Huiswerk begeleiden

Huiswerk begeleiden

Kansen(on)gelijkheid en huiswerk?

Huiswerk, het is een welbesproken thema binnen het onderwijs. Het kent dan ook verschillende betrokkenen: de school, de leerkracht, de ouder en het kind. Ieder heeft een eigen visie op huiswerk: hoeveel het moet zijn, hoe het er moet uitzien, welke functie het heeft, ... Deze verschillende meningen botsen wel eens en kunnen voor wrijving zorgen.

Aan de ene kant kan huiswerk een belangrijke verbinding creëren tussen de school en thuis. Het versterkt de ouder- en/of thuisbetrokkenheid omdat de ouders betrokken zijn in wat de kinderen op school doen en leren.

Daartegenover staat het feit dat onderzoek aantoont dat het geven van huiswerk de kansenongelijkheid kan versterken. Niet alle ouders kunnen hun kinderen begeleiden bij het maken van hun huiswerk. Zeker binnen de grootstedelijke context van Brussel. Heel wat ouders willen hun kind helpen maar weten niet hoe ze dit kunnen aanpakken. In de zoektocht naar hun rol botst men al snel op de eigen beperkingen. Deze limieten kunnen gaan van het niet bezitten van de vereiste kennis om het kind te helpen tot anderstaligheid. Volgens de cijfers van Onderwijs Vlaanderen spreekt 81,7 % van de kinderen die Nederlandstalig kleuter- of lager onderwijs volgen in Molenbeek thuis geen Nederlands. Vaak hebben ze ook niet de financiële middelen om iemand in te schakelen die hun kind wel inhoudelijk kan ondersteunen (zoals een professionele huiswerkbegeleider). Huiswerk dreigt hierdoor de kansenongelijkheid nog te versterken. Daarom is het belangrijk dat de kinderen hun huistaken tot een goed einde kunnen brengen zonder de inhoudelijke steun van een volwassene.

Het blijft wel belangrijk om ouders op een of andere manier te betrekken bij het huiswerk. Onderwijsexpert Pedro De Bruyckere legt uit hoe de rol kan ingevuld worden door ouders feedback te vragen over het huiswerk: “Vermijd dat ouders zelf huiswerk verbeteren. Geef ze wel de kans om te melden wanneer hun kind vastloopt, hoelang het huiswerk duurde en of het vlot verliep. Zo betrek je ze als partner en zeg je: we gaan samen zorgen dat je kind iets aan zijn huiswerk heeft.” Ouders/begeleiders moeten hun kinderen inhoudelijk dus niet ondersteunen, maar ze kunnen huiswerk belangrijk vinden en er positief over zijn, in de buurt zijn van het kind als het huiswerk maakt, zorgen voor een rustige plek, aanmoedigen om door te zetten …

Het is duidelijk dat huiswerk binnen een gezin voor heel wat stress en onzekerheid kan zorgen. Dit heeft een effect op de prestatie en het welbevinden van kinderen alsook hoe ze gevoelsmatig omgaan met huiswerk. Om ervoor te zorgen dat huiswerk niet voor extra stress zorgt bij het kind en de ouders ontwikkelden we een aantal materialen die kinderen, ouders, begeleiders en leerkrachten kunnen helpen om hiermee aan de slag te gaan. We willen ouders/begeleiders bewust maken van de ondersteunende rol die ze wél kunnen opnemen om hun kind te ondersteunen bij het huiswerk van hun kind. Hieronder vinden jullie een overzicht van deze documenten terug.